De Roeselaarse moskee El Nour heeft plannen om te verhuizen. Ze heeft een loods op de hoek van de Koornstraat en de Tramstraat op het oog. Deze moet onder meer een gebedsruimte, leslokalen en een polyvalente vergaderruimte omvatten. Maar momenteel is er nog geen budget. De vzw krijgt ook geen subsidies.
De Roeselaarse moskee El Nour zit al dertien jaar op de Spinnerstraat. Die locatie is nu te klein geworden. Elke vrijdag komt er van de hele provincie West-Vlaanderen zo’n 400 man. Die drukte zorgt voor heel wat verkeerslast. De bewoners klagen over deze situatie. Ook N-VA Roeselare vindt dat de moskee niet op haar plaats ligt omwille van de verkeersdrukte. Om zulke situaties in de toekomst te vermijden, plant El Nour bij de nieuwe locatie een parking met 70 plaatsen
De Roeselaarse moskee El Nour heeft 740.000 euro nodig om het gebouw aan te kopen. Ze hoopt volgend jaar genoeg geld te incasseren. De vzw doet een beroep op fondsen, giften en acties via sociale media.
VZW El Nour krijgt nog geen subsidies. Vlaams minister voor Gelijke Kansen en Inburgering Liesbeth Homans (N-VA) weigert tijdelijk om lokale gemeenschappen te erkennen. Ook de burgemeester van Roeselare Kris Declercq (CD&V) en zijn Schepencollege willen voorlopig geen subsidies toekennen. De stad wees eerder al een bouwvergunning af omdat ze eerst exacte plannen wou zien. Zonder financiële bijstand wordt het voor El Nour moeilijk om snel te verhuizen.
De Roeselaarse moskee heeft het voorlopig dus nog moeilijk om het nodige budget bijeen te krijgen. De nieuwe moskee komt er ten vroegste in 2020.
maandag 29 mei 2017
Een korte geschiedenis van de Nieuwmarkters
Nieuwmarkters waren mensen uit Roeselare die rondtrokken om allerlei goederen (vooral stoffen) te verkopen. Ze vestigden zich rondom de Nieuwmarkt en vormden zo een eigen community. De leurders hadden hun eigen tradities en zelfs een eigen taal: het Bargoens. Daarom werden buitenstaanders er niet of heel moeilijk aanvaard. Nu zijn er nog nauwelijks Nieuwmarkters te bespeuren in Roeselare. Toch behouden velen de tradities en visie die ze van thuis af meekregen. Het zijn echte Bourgondiërs met een commerciële ingesteldheid. Maar de echte Nieuwmarkt, hoe die was, is al een halve eeuw verdwenen.
De Nieuwmarkt, 60 jaar geleden. Een bruisende wijk waar iedereen zit te keuvelen met elkaar op straat ofwel in één van de 15 cafés. Briefjes werden in brievenbussen gestopt met de aankondiging dat men ging leuren. Het is er levendig, dynamisch en bedrijvig.
De Nieuwmarkt, nu. Huizen omgebouwd tot residenties, vervallen gevels, leegstaande cafés en een verdwaalde kinderopvang. Het enige wat overbleef van de nieuwmarkt zijn acht gepensioneerde mannen die verder praten op de begraafplaats. Een van hen is Franky Degroote, hij nodigt ons uit in zijn appartement, enkele straten verderop. Hij verhuisde maar de Nieuwmarkt kon hij nooit achter zich laten. Veel Nieuwmarkters waren vaak vier, vijf maanden weg van huis, maar iedereen was er voor de jaarlijkse kermis.
Daar begint Franky zijn verhaal. Elke man droeg toen een spiksplinternieuw kostuum, met de hand gestikt en op maat gemaakt. Twee weken feest, ambiance en alcohol. Twee weken alle remmen los. De Nieuwmarkters waren, tot grote ergernis van hun vrouwen, ook twee weken ladderzat. De echtgenotes lieten zich echter niet doen en vonden er iets op: “In die tijd bestond er een pil, Gelap noemde die, en de vrouwen deden die pil ongezien in de Rodenbach van hun man. Die pil zorgde voor verschrikkelijke diarree, waardoor de mannen noodgedwongen thuis moesten zitten.”
Nieuwmarkters waren een volk van feestvierders. Een huwelijk, bijvoorbeeld, was het evenement van het jaar. Rode lopers werden uitgerold, orkesten geboekt en elke gast kwam in een zwarte privétaxi naar de feestzaal. Er werd gedronken, gegeten en gelachen. Ook de begrafenis van een neef of nicht werd een feest. Veel families die elkaar al lang niet gezien hadden kwamen toen samen, en dat moest gevierd worden. Live optredens zorgden voor de nodige ambiance. Zodra de pastoor zich had omgedraaid, begon de polonaise.
Zo vrolijk de dood van een neef of nicht was, zo triestig was het als een dicht familielid stierf. Het was traditie dat de rouwenden eerst drie weken zwart droegen, daarna drie weken grijs. Nieuwmarkters waren een volk van tradities. Zo was er ook de jaarlijkse lenteschoonmaak. De vrouwen ging aan de slag een poetsten van zolder tot kelder, buitenmuren inclusief. Wie binnen wou, moest zijn schoenen uitdoen, en dat doet Franky nu nog steeds: “Mijn moeder heeft dat er zodanig bij mij ingestampt dat ik nooit in huis loop met mijn schoenen aan.”
Nog een gebruik was het Bargoens. Een taal die alleen Nieuwmarkters begrepen. Vaak wordt het Bargoens als een soort dieventaal gezien, maar dit klopt niet. “Het werd vooral gebruikt als er buitenstaanders dingen niet mochten begrijpen.” Het werd dus eerder als een soort geheimtaal beschouwd. Hieronder vind je een kleine handleiding Bargoens.
De Nieuwmarkters van Roeselare: een (bijna) uitgestorven gemeenschap
De Nieuwmarkt, 60 jaar geleden. Een bruisende wijk waar iedereen zit te keuvelen met elkaar op straat ofwel in één van de 15 cafés. Briefjes werden in brievenbussen gestopt met de aankondiging dat men ging leuren. Het is er levendig, dynamisch en bedrijvig.
De Nieuwmarkt, nu. Huizen omgebouwd tot residenties, vervallen gevels, leegstaande cafés en een verdwaalde kinderopvang. Het enige wat overbleef van de nieuwmarkt zijn acht gepensioneerde mannen die verder praten op de begraafplaats. Een van hen is Franky Degroote, hij nodigt ons uit in zijn appartement, enkele straten verderop. Hij verhuisde maar de Nieuwmarkt kon hij nooit achter zich laten. Veel Nieuwmarkters waren vaak vier, vijf maanden weg van huis, maar iedereen was er voor de jaarlijkse kermis.
Daar begint Franky zijn verhaal. Elke man droeg toen een spiksplinternieuw kostuum, met de hand gestikt en op maat gemaakt. Twee weken feest, ambiance en alcohol. Twee weken alle remmen los. De Nieuwmarkters waren, tot grote ergernis van hun vrouwen, ook twee weken ladderzat. De echtgenotes lieten zich echter niet doen en vonden er iets op: “In die tijd bestond er een pil, Gelap noemde die, en de vrouwen deden die pil ongezien in de Rodenbach van hun man. Die pil zorgde voor verschrikkelijke diarree, waardoor de mannen noodgedwongen thuis moesten zitten.”
Nieuwmarkters waren een volk van feestvierders. Een huwelijk, bijvoorbeeld, was het evenement van het jaar. Rode lopers werden uitgerold, orkesten geboekt en elke gast kwam in een zwarte privétaxi naar de feestzaal. Er werd gedronken, gegeten en gelachen. Ook de begrafenis van een neef of nicht werd een feest. Veel families die elkaar al lang niet gezien hadden kwamen toen samen, en dat moest gevierd worden. Live optredens zorgden voor de nodige ambiance. Zodra de pastoor zich had omgedraaid, begon de polonaise.
Zo vrolijk de dood van een neef of nicht was, zo triestig was het als een dicht familielid stierf. Het was traditie dat de rouwenden eerst drie weken zwart droegen, daarna drie weken grijs. Nieuwmarkters waren een volk van tradities. Zo was er ook de jaarlijkse lenteschoonmaak. De vrouwen ging aan de slag een poetsten van zolder tot kelder, buitenmuren inclusief. Wie binnen wou, moest zijn schoenen uitdoen, en dat doet Franky nu nog steeds: “Mijn moeder heeft dat er zodanig bij mij ingestampt dat ik nooit in huis loop met mijn schoenen aan.”
Nog een gebruik was het Bargoens. Een taal die alleen Nieuwmarkters begrepen. Vaak wordt het Bargoens als een soort dieventaal gezien, maar dit klopt niet. “Het werd vooral gebruikt als er buitenstaanders dingen niet mochten begrijpen.” Het werd dus eerder als een soort geheimtaal beschouwd. Hieronder vind je een kleine handleiding Bargoens.
Abonneren op:
Posts (Atom)
UCI GRAN FONDO WORLD SERIES: TOP OF FLOP
Het wereldkampioenschap fietsen voor amateurs kreeg in 2011 de naam: ‘UCI Gran Fondo World Series’. Het is een wedstrijd waarvoor fietsliefh...
-
Nieuwmarkters waren mensen uit Roeselare die rondtrokken om allerlei goederen (vooral stoffen) te verkopen. Ze vestigden zich rondom de Nieu...
-
Een oorlogsbunker uit de Tweede Wereldoorlog in Roeselare. Oké, dat kan. Niet echt spectaculair. Maar wat als die oorlogsbunker ook deel uit...
-
Odiel Defraeye zag het levenslicht op 14 juli 1888. Hij komt uit een eenvoudig werkmansgezin en groeit op in de Oekensestraat in Rumbeke, op...